Carmona retusa
#1
wo, 07/03/2007 - 16:35
Carmona retusa
Ik wil graag de exacte verzorging weten voor mijn Carmona retusa van 1 meter 80 hoog. Is hetzelfde als een ficus bonsai.?
In het tuincentrum vertelden de ene medewerker dat ik hem vochtig moest houden en dat hij 's zomers met natte voeten moest staan. Een andr zei later dat ik gewoon 1 x per week water moest geven. Dat heb ik dus gedaan, ook 1 x met plantenvoeding. Hij staaat in het licht, wel bij verwarming. Nu vallen er steeds enkele blaadjes af. Is dit normaal? Of doe ik iets fout.
om op je vraag terug te komen, is nee.
carmona en ficus zijn twee verschillende planten die verschillende behoeftes hebben. hieronder een beschrijving van carmona. haal hem weg van de verwarming, dat is iets wat planten niet tegen kunnen en dat is verwarmingswarmte, te droge lucht. carmona bonsai heeft geen natte voeten nodig ivm met wortelrot. de grond moet vochtig zijn. ik zelf heb een carmona oftwel fuckien-theeboom en ik laat de grond bovenop eerst een beetje opdrogen en dan weer een beetje (regen)water.
Deze grote groenblijvende struik is een van de meest imposante boomachtige tropische soorten en in onze gematigde klimaatzone zeer geschikt voor binnenhuiskweek. De meeste bonsai werden ingevoerd uit het zuiden van China. De boom heeft van nature zeer kleine blaadjes en een compacte groeiwijze, zodat hij gevormd kan worden door snoeien; bedraden is zelden nodig.
Kleine stervormige bloempjes verschijnen tussen de glanzende donkergroene bladeren, meestal in de lente of in de vroege zomer. Soms ontwikkelen zich hieruit groene bessen, die rood kleuren als ze rijp zijn.
Stijlen: Geschikt voor alle stijlen en voor alle formaten.
Standplaats: Zoveel mogelijk licht, maar zorg dat de zon de bladeren niet kan verbranden, zorg voor een temperatuur tussen de 15 en de 24 graden gedurende het hele jaar.
Watergift: Houd de grond voortdurend vochtig gedurende het groeiseizoen. Plaats eventueel in een in een schaal met water in de winter minder water geven, maar laat de kluit nooit echt droog worden.
Voeding: Om de twee weken van de lente tot het einde van de herfst. In de winter om de vier tot zes weken.
Verpotten: Om de twee jaar in de vroege lente aan het begin van het groeiseizoen. Gebruik basisgrondmengsel.
Snoei: Snoei de nieuwe scheuten terug tot op twee of drie bladeren op het ogenblik dat ze zes tot acht bladeren tellen. De vorm mag verbeterd worden door bedrading op gelijk welk ogenblik van het jaar.
Vermeerdering: Zaaien, indien men beschikt over een verwarmde serre of kas.
Stekken in de lente of zomer.