Robinia pseudoacacia 'Sandraudiga' - Robinia
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Robinia pseudoacacia 'Sandraudiga' |
---|---|
Nederlandse naam | Robinia |
Synoniem(en) | ? |
Genus | ? |
Familie | Fabaceae |
Categorie | bomen |
Hoogte | 2000 cm |
Bloemkleur | roze |
Vruchtkleur | rood, bruin |
Bladkleur | groen |
Standplaats | ? |
Eigenschappen | vorstbestendig, snoeiplant |
USDA klimaatzone | 6b (-20,6°C tot -17,8°C) |
De nederlandse naam is Robinia, familie van de Fabaceae. De bloemkleur is zachtroze en de bloeitijd is van ca. juni. De bladeren zijn lichtgroen. De volwassen hoogte van deze middelgrote boom is ca. 2000 cm. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. Heeft een decoratieve vorm. Is slecht verkrijgbaar.
Zoals bijvoorbeeld beschutte (dak)tuinen op het zuiden en dicht bij bebouwing. Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende, zandige bodem. Voor wat betreft de zuurgraad is ze vrij tolerant (pH = 5.5 - 8). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Deze plant is in haar jonge jaren eenvoudig met allerlei vaste planten te combineren. Later alleen nog maar met 'bosrand' en 'bosplanten'.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
droog
Grond voeding:
voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Geschikt voor een warme plaats.
Plant vorstbestendigheid:
-20°C
Robinia (Acacia)
Op vrij arme, droge grond heeft Robinia weinig snoei nodig. Op rijke grond groeit ze echter zeer snel en verhouten de scheuten langzaam. Het gevolg daarvan is dat de boom gevoelig is voor harde wind. Bij storm zullen er dan ook veel takken afbreken. Tijdens de zomer kunnen we de scheuten inkorten om het afbreken te voorkomen of na breuk de schade `herstellen'. We kunnen op voedselrijke kleigrond echter beter kiezen voor een andere boomsoort.
De geënte bolacacia (Robinia pseudoacacia 'Umbraculifera) kunnen we op twee manieren snoeien. Het eenvoudigst is het om elk voorjaar (maart - april) alle scheuten tot vlak boven de entplaats terug te knippen net als bij Prunus triloba. De boom blijft dan mooi bolvormig en heeft weinig last van windschade. De kroon blijft dan echter wel vrij klein (1 tot 1.5 meter in doorsnede). Een andere manier is om elk voorjaar slechts een kwart tot en derde weg te snoeien tot de entplaats. De kroon wordt dan ongeveer drie meter in doorsnede. Bij deze methode is het wel belangrijk om goed te kijken wat we wegsnoeien, zodat er geen gaten in de kroon vallen door onevenwichtig snoeien. Het grote voordeel van deze snoei is dat we nooit tegen een kaal `stompje' aankijken.
Er is altijd een kroon (structuur) aanwezig.