Diervilla sessilifolia - Diervilla
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Diervilla sessilifolia |
---|---|
Nederlandse naam | Diervilla |
Synoniem(en) | ? |
Genus | ? |
Familie | Caprifoliaceae |
Categorie | heesters |
Hoogte | 100 cm |
Bloemkleur | geel |
Bladkleur | groen |
Standplaats | ? |
Eigenschappen | vorstbestendig, snoeiplant |
USDA klimaatzone | 8a (-12,2°C tot -9,4°C) |
De nederlandse naam is Diervilla, familie van de Caprifoliaceae. De bloemkleur is zwavelgeel en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze heester is ca. 100 cm. Verdraagt een temperatuur tot -10 gr. C. Halfheester, ook als bodembedekker te gebruiken. Is matig verkrijgbaar.
Zoals bijvoorbeeld beschutte (dak)tuinen op het zuiden en dicht bij bebouwing. Deze plant wenst een matig voedselrijke, vochthoudende tot vochtige, 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de volle zon en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen. Deze plant is goed te combineren met 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
vochthoudend
Grond voeding:
matig voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Geschikt voor een warme plaats.
Plant vorstbestendigheid:
-10°C
Deze heester ziet er mooier uit als ze open gehouden wordt. We kunnen dit bereiken door haar in het voorjaar (april) terug te snoeien tot vlak boven de grond. We kunnen ook jaarlijks na de bloei een kwart tot een derde van de oudste (dikste) takken verwijderen.