Jasminum nudiflorum - Winterjasmijn
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Jasminum nudiflorum |
---|---|
Nederlandse naam | Winterjasmijn |
Synoniem(en) | Jasminum sieboldianum |
Genus | ? |
Familie | Oleaceae |
Categorie | heesters, klimplanten |
Hoogte | 250 cm |
Bloemkleur | geel |
Bladkleur | groen |
Standplaats | ? |
Eigenschappen | vorstbestendig, snoeiplant |
USDA klimaatzone | 6b (-20,6°C tot -17,8°C) |
De nederlandse naam is Winterjasmijn, familie van de Oleaceae. De bloemkleur is geel en de bloeitijd is van ca. december tot en met februari. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze heester is ca. 250 cm. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. Klimplant, heeft een opvallende bloeiwijze. Is ruim verkrijgbaar.
Zoals bijvoorbeeld beschutte (dak)tuinen op het zuiden en dicht bij bebouwing. Deze plant wenst een voedselrijke, droge tot vochthoudende 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de volle zon en verdraagt zomerse hitte redelijk, mits de standplaats voldoende vochthoudend is. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen. Deze plant is goed te combineren met 'bosrand' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
droog
Grond voeding:
voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Geschikt voor een warme plaats.
Plant vorstbestendigheid:
-20°C
Jasminum nudiflorum (winterjasmijn)
Deze leiplant verhout vrij snel en dat gaat ten koste van de bloei en de mooie groene scheuten en twijgen. Daarom snoeien we na de bloei (maart) ongeveer een kwart tot een derde van de takken geheel weg. Wanneer de plant te groot wordt voor de toegestane ruimte kunnen we de snoei uitbreiden door de bloeischeuten ook in te korten tot ongeveer de helft.