Physocarpus opulifolius - Sneeuwbalspirea
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Physocarpus opulifolius |
---|---|
Nederlandse naam | Sneeuwbalspirea |
Synoniem(en) | Spiraea opulifolia |
Genus | ? |
Familie | Rosaceae |
Categorie | heesters |
Hoogte | 250 cm |
Bloemkleur | wit |
Bladkleur | groen |
Standplaats | ? |
Eigenschappen | vorstbestendig |
USDA klimaatzone | 4b (-31,7°C tot -28,9°C) |
De nederlandse naam is Sneeuwbalspirea, familie van de Rosaceae. De bloemkleur is wit en de bloeitijd is van ca. juni tot en met juli. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze grote heester is ca. 250 cm. Verdraagt een temperatuur tot -30 gr. C. Heeft een opvallende bloeiwijze. Is matig verkrijgbaar.
Bijvoorbeeld voor aanplant in windbeschutte (stads)tuinen en openbaar groen. Het is een tolerante plant, die ook op moeilijke standplaatsen nog gedijt. Vraagt een voedselrijke, vochthoudende 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de zon of halfschaduw. Bij voorkeur uit de middagzon Deze plant is in haar jonge jaren eenvoudig met allerlei vaste planten te combineren. Later alleen nog maar met 'bosrand' en 'bosplanten'.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
vochthoudend
Grond voeding:
voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Geschikt voor een soortrijke aanplant.
Plant vorstbestendigheid:
-30°C
Deze heester heeft geen snoei nodig. De mooie donkerbruine twijgkleur wordt echter minder naarmate de heester veroudert. Om dat te voorkomen snoeien we elk jaar een kwart tot een derde van de oudste takken tot de grond weg (april - mei).