Rosa 'Alexander' - Grootbloemige roos
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
| Latijnse naam | Rosa 'Alexander' |
|---|---|
| Nederlandse naam | Grootbloemige roos |
| Synoniem(en) | ? |
| Genus | ? |
| Familie | Rosaceae |
| Categorie | heesters |
| Hoogte | 90 cm |
| Bloemkleur | rood |
| Bladkleur | groen |
| Standplaats | ? |
| Eigenschappen | vorstbestendig, snijbloem, snoeiplant |
| Aantal planten per m2 | 3-5 |
| USDA klimaatzone | 6b (-20,6°C tot -17,8°C) |
De nederlandse naam is Grootbloemige roos, familie van de Rosaceae
. De bloemkleur is oranje en de bloeitijd is van ca. juni tot en met augustus. De bladeren zijn lichtgroen. De volwassen hoogte van deze kleine heester is ca. 90 cm. Verdraagt een temperatuur tot -20 gr. C. De geadviseerde plantafstand is 45 cm. (3-5 st. per m2.) Is ruim verkrijgbaar.
Doet het goed bij wat extremere situaties, zoals duin- en/of heidebeplanting. Deze plant wenst een matig voedselrijke, droge tot vochthoudende 'gemiddelde' bodem. Dus niet te zware of te lichte grond en een vrij neutrale zuurgraad (pH = 6 - 8). Verlangt een plekje in de zon of lichte schaduw. Bij voorkeur uit de middagzon. Deze plant is goed te combineren met 'open plaats' en 'borderplanten', zolang die er niet te dicht op staan.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
droog
Grond voeding:
voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Geschikt voor open ruimte.
Plant vorstbestendigheid:
-20°C
Rosa (Roos)
Dit geslacht omvat een groot aantal heesters en klimplanten. Daarvan bestaan weer talloze, gekweekte rassen en cultivars. De mythe wil dat we ze eigenlijk allemaal op hun eigen specifieke manier snoeien. Dat is echter helemaal niet nodig.
Bijna alle rozen bloeien op één- of tweejarig hout. Dat betekent dat we ze in principe allemaal stevig kunnen snoeien. In het ergste geval zal de plant een jaar niet of nauwelijks bloeien.
Een uitzondering op deze regel vormt Rosa banksiae. Zij bloeit op ouder hout en stevig snoeien zou daar leiden tot meerdere jaren zonder bloei. Rosa banksiae wordt echter zelden aangeplant, omdat ze zeer vorstgevoelig is. In de border zou ze dus bijna nooit bloeien.
Heesterrozen snoeien we, naar voorkeur, na de bloei (september - oktober) of in het vroege voorjaar (maart). We snoeien de lage soorten hierbij terug tot ongeveer 50 cm boven de grond. Dit mag zelfs met de heggenschaar, al levert dat natuurlijk de eerste tijd geen fraai plaatje op. In het openbaar groen is dat echter van ondergeschikt belang. Daarnaast kunnen we ook enkele oude takken tot de grond toe wegsnoeien om meer licht in de plant te krijgen. Betreft het een geënt exemplaar (bijv. stamrozen), dan moeten we ook nog alle uitlopers van de onderstam verwijderen. Bij voorkeur scheuren we die voorzichtig weg. Dat levert minder snel hergroei van de uitlopers op.
Hoge (botanische) heesterrozen hebben nauwelijks snoei nodig. We verjongen ze af en toe door enkele oude takken volledig te verwijderen. Als eerste die uit het centrum, om de groeiwijze open te houden. In geval van nood zijn ook deze heesters sterk terug te snoeien.
Theerozen (theehybriden): Dit zijn echte showplanten die wat extra aandacht nodig hebben. Deze rozen snoeien we elk voorjaar tot ongeveer 35 cm boven de grond terug en bij voorkeur op een naar buiten staande knop/oog. Dit houdt de heester open van vorm. We laten voor een open groeiwijze en de grootste bloemen niet meer dan ongeveer 7 takken staan. De rest snoeien we tot vlak boven de grond weg. Voor een (nog) betere doorbloei kunnen we de uitgebloeide bloemen wegknippen tot het eerste vijfblad (vanuit de bloem gezien) dat we tegenkomen.
Klimrozen: Grootbloemige klimrozen (`trage' groeiers) leiden we de eerste jaren na aanplant goed breed. We verwijderen dan alleen scheuten waar we niets mee kunnen. Daarna snoeien we elk jaar in maart de scheuten van het jaar ervoor terug tot 2-3 knoppen.
Groeien ze vrij door heesters of bomen, dan kunnen we volstaan met het af en toe verwijderen van een oude tak. Kleinbloemige klimrozen (ramblers) groeien meestal zeer snel. Het heeft dan ook geen zin om ze tegen een muur of pergola te leiden, want dat houden we niet bij met snoeien.
Vrij groeiend in bomen kunnen we volstaan met het af en toe verwijderen van een oude tak.