Stephanandra incisa 'Crispa' - Stephanandra
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Stephanandra incisa 'Crispa' |
---|---|
Nederlandse naam | Stephanandra |
Synoniem(en) | ? |
Genus | ? |
Familie | Rosaceae |
Categorie | heesters |
Hoogte | 150 cm |
Bloemkleur | geel, groen |
Bladkleur | groen |
Standplaats | geen specifieke eisen |
Eigenschappen | vorstbestendig |
USDA klimaatzone | 5b (-26,1°C tot -23,3°C) |
De nederlandse naam is Stephanandra, familie van de Rosaceae. De bloemkleur is geelgroen en de bloeitijd is van ca. juni tot en met juli. De bladeren zijn groen. De volwassen hoogte van deze heester is ca. 150 cm. Verdraagt een temperatuur tot -25 gr. C. Dwergstruik, ook als bodembedekker te gebruiken. Is goed verkrijgbaar.
Met een grote sierwaarde, vooral bv. als accentplant in het openbaar groen en in de tuin vanwege de mooie vorm, de bloeiwijze of de bladkleur. Deze plant wenst een matig voedselrijke, vochthoudende tot vochtige, zandige bodem. Heeft een voorkeur voor zure tot neutrale grond (pH = 4.5 - 7). Verlangt een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Een plekje in de halfschaduw wordt ook verdragen. Deze plant is door zijn vorm lastig met hoge vaste planten te combineren.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
vochthoudend
Grond voeding:
matig voedselrijk
Grond zuurgraad:
zuur tot neutraal
Te gebruiken zonder specifieke eisen aan hun standplaats.
Plant vorstbestendigheid:
-25°C
Stephanandra (Kransspirea)
Deze warrig groeiende heesters hebben van zichzelf geen snoei nodig. We gebruiken ze echter meestal voor de mooie bruingekleurde twijgen in de winter. Meestal snoeien we na de bloei dan ook een derde van de oudste takken weg om de groei van nieuwe, bruine scheuten te stimuleren.
Oude exemplaren hebben baat bij een volledige terugzetting tot vlak boven de grond.