trachycarpus green princeps
#1
zo, 02/09/2007 - 15:42
trachycarpus green princeps
hoii,,
is deze trachycarpus echt een soort opzich?
of afgeleid van de fortunei?
mvg patrick
hoii,,
is deze trachycarpus echt een soort opzich?
of afgeleid van de fortunei?
mvg patrick
Een cultivar is nooit een soort te noemen, maar altijd afkomstig van een soort. Trachycarpus fortunei is de soort en Trachycarpus fortunei 'Green Princeps' is een cultivar.
oke dankjewel..
maar zijn er ook zichtbare verschillen met de trachycarpus fortunei?
patrick
Dit is wat ik er over vond in het archief: https://tinyurl.com/y6xf3r5p
Hoi,Volgens mij is Trachycarpus princeps een aparte soort en geen cultivar van Trachycarpus fortunei.Er is sprake van een groene variant van de Trachycarpus princeps,maar of dit werkelijk ook zo is,is nog onduidelijk.
groeten,Luc B.
Nee, Trachycarpus kent maar 1 soort en dat is T. fortunei. De overigen zijn cultivars of selectie's.
Trachycarpus princeps green bestaat niet,is verzonnen door iemand die snel geld wilde verdienen.
Er is maar een echte princeps en dat is de blauw/grijze vorm.
Hoi,greenconnection,
ik snap niet goed waarom je zegt dat de Trachycarpus fortunei de enige soort is in het geslacht Trachycarpus.Volgens alle informatie die ik kan vinden,waaronder de world checklist of selected plant families van de royal botanic gardens Kew,wordt gesteld dat er een stuk of 8 soorten zijn,o.a.princeps,nanus,latisectus enz.Bestaan de andere palmgeslachten zoals Livistona,Areca,Caryota enz.dan ook maar uit één soort ?Van welke Livistona is de rest dan een cultivar of selectie?Van de australis?Of is Trachycarpus hierop een uitzondering en is alles terug te voeren op de Trachycarpus fortunei.
Tekst komt vaak agressief over,dat is niet mijn bedoeling,ik wil gewoon veel leren over palmen en ben ook overtuigd van je kennis op dit gebied.Daarom ben ik nieuwsgierig hoe dit nu in elkaar steekt. vriendelijke groeten,Luc B.
Livistona kent 28 soorten (volgens Zander, Handworterbuch der Planzennahmen, 2002) waaronder: Livistona australis, L. chinensis, L decipiens, L. rotundifolia en L. saribus.
Areca telt 60 soorten: A. aliceae, A. catechu, A. triandra, A. vestiaria, worden in Europa geteeld of verhandeld.
Trachycarpus heeft 6 soorten, waarvan de T. fortunei het meest verhandeld en geteeld wordt in onze streken.
Ik was daarbij dus niet volledig!
Daar ik vooral uitga van Zander, is dit wat hierover bekend is. Andere boeken of instantie's zullen wel andere uitgangspunten hebben.
maar is de trachycarpus princeps de groene vorm dan...een culticar en lijkt hij in alle opzichten op de fortunei?
of zijn er echt zienbare verschillen?
patrick
Dag Henk,
hoeveel soorten van elks, zal altijd discutabel blijven, maar het is +/- zoals jij uit Zander haalt.
Zander is van 2002?, dus lichte nuances zijn mogelijk, tot daar.
Dus goed om de worldchecklist te bekijken en ook GRIN, kom je een eind mee.
Wel zou ik de confusion niet nog groter maken en volgende zaken aanpassen ; -)))
Livistona kent 28 geslachten (SOORTEN moet dit zijn).
Areca telt 60 geslachten (SOORTEN moet dit zijn).
Trachycarpus heeft 6 geslachten, (SOORTEN moet dit zijn).
grtjs.
Nog iets, aan de schrijfwijze van een wetenschappelijke naam kan je ook het een en ander uitmaken:
BOTANISCHE of WETENSCHAPPELIJKE NAAM
1 een geslacht:
Acer
(een epitheton met een hoofdletter, bijvoorkeur vetjes en schuin gedrukt, is een geslachtsbepalend epitheton/of woord en is dus de naam van een geslacht)
2 een soort
Acer campestre (geslachtsbepalend woord gevolgd door een soortbepalend woord of epitheton dan zonder hoofdletter en eveneens schuin en vet gedrukt)
HORTICULTURELE NAAM:
3 een cultivar (onderdeel van horticulturele naam)
Acer campestre 'Pulverulentum'
de geslachtsnaam, soortnaam wordt gevolgd door een cultivar epitheton dat tussen aanhalingstekens wordt geplaatst én vet gedrukt is maar niet schuin dus
als een cultivar niet behoort tot één soort (maar bvb uit een kruising voortkomt) gebruikt men dit:
Acer 'Silver Vein'
Ach, Jan, natuurlijk! Ik maakte een fout met die soorten en geslachten. Al verbeterd!
Hoi greenconnection.
Trachycarpus is het geslacht;fortunei,princeps enz.zijn soorten in het geslacht Trachycarpus,toch?
Patrick,Trachycarpus princeps is volgens meerdere bronnen een geaccepteerde soort,dus is hij niet afgeleid van de Tr.fortunei. Trachycarpus komt voor in een gebied dat (delen van )China,nepal,india en nog een paar landen omvat,waardoor het kan voorkomen dat het leefgebied van 2 soorten elkaar overlapt,waardoor er kruisingen kunnen voorkomen.Ook kunnen klimatologische en geografische omstandigheden (b.v.afgeschermde valleien of verschil in grondsoort)er voor zorgen dat er verschil in uiterlijk optreedt binnen een bepaalde soort.Zo heb je Trachycarpus fortunei"Darjeeling"(heb er zelf ook een).De een ziet geen verschil met een gewone fortunei,de ander ziet wel verschil en noemt het een varieteit van fortunei(Trachycarpus fortunei var.Darjeeling),weer een ander ziet nog meer verschillen en vindt het een apparte soort.Er is dus een groot grijs gebied waar soorten en varieteiten door elkaar heen lopen.Vaak spreekt men dus ook van "algemeen geaccepteerd".Als verschillen voldoende kunnen worden aangetoond en men het over het algemeen met elkaar eens is,kan een varieteit tot een nieuwe soort worden benoemd.Maar ook dan kan het nog niet door iedereen geaccepteerd worden.Dus jou groene Trachycarpus princeps kan een varieteit zijn van de "Zilvere".
Boemel: er zijn nu eenmaal "splitters" en "lumpers". Ik behoor tot de laatste categorie.
Groet,
Henk
Greenconnection,
't is me nu duidelijk,was een foutje.Maar wat is een lumper en een splitter?ben nog niet zo thuis in het vakjargon.
Is de green princeps volgens jou een gewone fortunei of een varieteit van een princeps?groeten Luc B.
Een "splitter" noemt men, iemand die elke afwijkende eigenschap van een plant tot een aparte (onder)soort benoemd. Een " lumper" doet het tegenovergestelde.
Helaas heb ik geen Trachycarpus princeps, maar ben geneigd Rp1 te geloven.
Hoi
volgens mij noemen ze hem nu Tr.Nova (RPS).
Gr Hent
Greenconnection wat betekend T fortunei?
Karel,
De T staat voor trachycarpus.
Micle
De soortnaam fortunei, betekent: goed gedijent.
Helahela, zèèèèèg,
Robert niet vergeten hé Henk.
het epitheton fortunei
slaat op Robert Fortune (1812-1880)
die Trachycarpus werd naar hem genoemd
Was ondermeer directeur van Chelsea garden (London)
en verzamelde zeer veel in China (bracht in 1851 ook thee plant naar India: 20.000 planten en 17.000 zaden)
Oeps......Robert vergeten! Niet gecheckt en domweg vertaald.
Vanaf mijn plaats een buiging voor Robert! (en voor Jan!)
oke dat is allemaal duidelijk maar zijn er nu echt zienbare verschillen met de trachycarpus fortunei? of lijkt hij er juist ontzettend veel op?
patrick
Patrick, ik ken die soort ook niet.
Dit staat over het geslacht en soorten in de Flora van China:
TRACHYCARPUS H. Wendland in Bull. Soc. Bot. France 8: 429. 1861.
Trees or shrubs, trunk covered by conspicuous persistent dead leaves or partial bared; sheath disintegrating into a netlike coarse fibers, surround the stem and the upper elongate to form a brown, slender, membranous, ligule-like appendage. Leaves rounded or half rounded, palmate, divided to form many single-fold segments, induplicate; petiole with fine rough tuberculate or finely rounded-teethed on both sides, a conspicuous hastula apical. Flowers dioecious, occasionally monoecious or polygamo-monoecious; inflorescence robust, interfoliar, inflorescence similar in both sexes, branching to multi- or twice-orders; several spathe, embracing the peduncle and branching; flowers in groups of 2-4, or rarely solitary borne on rachilla; male flower calyx deeply 3-lobed or almost free, corolla longer than the calyx; stamens 6, filament distinct, anther dorsifixed; female flower calyx and corolla similar to ones of male flowers, staminodes 6, arrow-like, carpels 3, distinct, hairy, ovate, the upper becoming narrow to form a short conoideus style, ovule basal. Fruit broad kidney-shaped or oblong, hilumed or slightly grooved on raphe, epicarp membranous, mesocarp subcarnous, endocarp crustaceous, adnated on the seed. Seed similar to the fruit, endosperm homogenous, carnous, with a large lateral intrusion of integument, embryo lateral or dorsal.
1a
Juvenile trunk with few marcescent dead leaves, sheath netlike fiber enclosed the trunk but fall off naturally after sometime, trees, solitary; inflorescence robust, branched to 3-4 orders from axil
>>>>> T. princeps
1b
Trunk with persistent dead leaves, closed the trunk with netlike fiber.
>>>>> 2
2a
Trunk solitary, tree; inflorescence robust, 2-3 branches from the axil.
>>>>> T. fortunei
2b
Stemless, shrubby; infloresence slender, erect from the ground, only 2-branched.
>>>>> T. nana
1. Trachycarpus fortunei (Hooker) H. Wendland in Bull. Soc. Bot. France 8: 429. 1861.
Chaemaerops fortunei Hooker in Curtis Bot. Mag. 86: t. 5221. 1860; Trachycarpus excelsus H. Wendland,.
Tree, 3-10 m tall or more, trunk cylindrical, clothed throughout with not caducous old leafbases and conferted netlike fiber. Naked trunk 10-15 cm in diam. or more. Leaves 3/4 rounded or subrounded, deeply divided into 30-50 segments; segment wrinkle, linear-reniform, 60-70 x 2.5-4 cm, with short 2-lobed or 2-toothed apex, stiff or drooping apex; petiole with crenate on each sides; with conspicuous hastula apex. Inflorescence robust, branched to multiple orders, usually dioecious; male inflorescence ca. 40 cm, branched to 2 orders, with 2-3 partial inflorescences; male flowers ovoid, mostly in groups of 2-3, or solitary; female inflorescence 80-90 cm, branched to 2-3 orders, with 4-5 partial inflorescences; female flowers globose, usually in groups of 2-3; staminodes 6, carpel with white hair. Fruit broad kidney-shaped, hilumed, 11-12 x 7-9 mm, from yellow to yellowish when ripe, pruinose. Seed endosperm homogeneous, corneous, embryo lateral. Fl. Apr, fr. Dec.
Secondary forest, up to 2000 m. Guangdong, Guangxi, Guizhou, Fujian, Hunan, N to Hubei (Nanzhang), Sichuan, Yunnan, Zhejiang [Japan].
Trunk fiber used for making cord, weaving raincoat, terra, brush and sofa fill materials; younger leaves used for making fans and straw hat; not opening flowers know as palm-fishedible; palm fiber and petiole can be used as a hemostasia medicine, fruit, leaves, flower, and roots can be used as medicine. It is also used as an ornamental plant.
2. Trachycarpus nana Beccari in Webbia 3: 187. 1910; 5(1): 70. 1920.
Trachycarpus dracocephalus Ching & Hsu.
Shrubby, 0.5-0.8 m tall; stemless, rhizome nodes conferted, roots numerous, recurved to up, as dragon-shaped, so naming long zongLeaves fascicled on the ground, its shape similar to ones of T. fortunei, but very small and very deep divided; segments linear-lanceolate, 25-55 x 1.5-2.5 cm, shallowly 2-lobed apex, adaxially green, abaxially glauescent; petiole 25-35 cm, densely toothed apex or without. Inflorescence emerged from the ground, erect, slender, 40-48 cm, usually branching to 2 orders; dioecious, male inflorescence flowers conferter than the ones of female; male flowers globose, glabrous, fertile stamens 6, staminodes 3; female flowers globose-ovate, carpel with silvery hair, ovule 3, only one fertile. Fruit broad kidney-shape, black-blue, 10-12 x 6-8 mm. Seed shape similar to fruit, endosperm homogeneous, embryo lateral. Fl. Apr, fr. Oct.
* 1500-2300 m. SE Guizhou (Libo), S, NW and C Yunnan.
A dwarf beautiful plant for advanced miniascape and ornamental.
3. Trachycarpus princeps Gibbons, Spanner & S. Y. Chen in Principes 39(2): 65-74. 1995.
Tree, up to 10 m tall, the juvenile plants with few persistent dead leaves, trunk clothed netlike fibrous leaf-sheaths, bared after it naturally caduccous; trunks 13-16 cm in diam. Leaves semi- to 3/4 circular, regularly divided ca. half its length into 45-48 stiff, linear segments, which 60-80 x 3-3.5 cm, with acute retuse apex, shortly 2-lobed; leaves dark green abaxial surface, wax-white abaxial surface; finely toothed along the petiole margins; short hastula apex, triangular, regularly crested. Dioecious, inflorescence few, robust, interfoliar; male inflorescences ca. 50 cm, branched to 4 orders; female inflorescences ca. 75 cm, branched to 3 orders; flowers not seen. Fruit with short stalk, subreniform to almost oval, 8 - 10 x 7.5 mm, black, with a white bloom when ripe. Seed reniform, 6 - 8.5 x 5.5 mm, endosperm homogeneous, corneous, embryo lateral.
* Banks of the Nujiang, bare marble cliff of the Shi Men Guan, 1500-1900 m. Yunnan (Bingzhongluo, Gongshan county).
Trachycarpus martianus auct. non H. Wendland: Handel-Mazzetti, Symb. Sin. 7(5): 1360. 1936; Fl. Reipubl. Sin. 13(1): 14, 1991.