Aeschynanthus humilis/Aeschynanthus hildebrandii (weet niet precies welke het is maar is zeer verwante familie dus dat moet niet uitmaken. denk de Humilis. Onoficieele NL naam is lipstick plant.)
In de natuur worden deze bloemen bestoven door vogels, wil je zaden krijgen dan zul je het stuifmeel zelf van bloem op bloem moeten overbrengen, dat kan eventueel bij dezelfde plant. Eerst verschijnen de meeldraden buiten de bloem, na enkele dagen buigen ze weg en komt de stamper tevoorschijn. De meeste Aeschynanthus-soorten vormen voldoende stuifmeel maar er zijn ook soorten die maar weinig stuifmeel produceren, die zijn moeilijker te bevruchten. Let er bij het bevruchten op dat het stuifmeel op de onderkant van de stempel komt want daar is zij plakkerig. Ik gebruik zelf altijd mijn nagel om het stuifmeel over te brengen. Na enige tijd vormen zich lange, zeer smalle vruchten die vervolgens openbarsten, er komt dan heel pluizig zaad uit. De zaadjes zelf zijn heel klein en vaak nauwelijks met het blote oog te zien maar door de lange haren vallen ze toch op. In de natuur worden de zaden door de wind verspreid en kiemen ze hoog in de bomen op de takken. Je kunt dan ook het best een zaaimethode voor bromelia's (zoals Vriesea's of Tillandsia's) volgen. Zaai wel gelijk zodra de zaden vrijkomen want de kiemkracht loopt snel terug.
Stekken is makkelijker, neem niet-verhoute delen van krachtige stengels en zet ze in een vochtige maar niet te natte omgeving in luchtige grond. Als je wilt kun je stekpoeder gebruiken maar het is niet echt nodig. Het kan even duren voor ze zichzelf redden want ze krijgen geen krachtige wortels. Controleer wel regelmatig op schimmelvorming.
In de natuur worden deze bloemen bestoven door vogels, wil je zaden krijgen dan zul je het stuifmeel zelf van bloem op bloem moeten overbrengen, dat kan eventueel bij dezelfde plant. Eerst verschijnen de meeldraden buiten de bloem, na enkele dagen buigen ze weg en komt de stamper tevoorschijn. De meeste Aeschynanthus-soorten vormen voldoende stuifmeel maar er zijn ook soorten die maar weinig stuifmeel produceren, die zijn moeilijker te bevruchten. Let er bij het bevruchten op dat het stuifmeel op de onderkant van de stempel komt want daar is zij plakkerig. Ik gebruik zelf altijd mijn nagel om het stuifmeel over te brengen. Na enige tijd vormen zich lange, zeer smalle vruchten die vervolgens openbarsten, er komt dan heel pluizig zaad uit. De zaadjes zelf zijn heel klein en vaak nauwelijks met het blote oog te zien maar door de lange haren vallen ze toch op. In de natuur worden de zaden door de wind verspreid en kiemen ze hoog in de bomen op de takken. Je kunt dan ook het best een zaaimethode voor bromelia's (zoals Vriesea's of Tillandsia's) volgen. Zaai wel gelijk zodra de zaden vrijkomen want de kiemkracht loopt snel terug.
Stekken is makkelijker, neem niet-verhoute delen van krachtige stengels en zet ze in een vochtige maar niet te natte omgeving in luchtige grond. Als je wilt kun je stekpoeder gebruiken maar het is niet echt nodig. Het kan even duren voor ze zichzelf redden want ze krijgen geen krachtige wortels. Controleer wel regelmatig op schimmelvorming.