Lonicera nitida 'Maigrün' - Chinese kamperfoelie
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Latijnse naam | Lonicera nitida 'Maigrün' |
---|---|
Nederlandse naam | Chinese kamperfoelie |
Synoniem(en) | ? |
Genus | ? |
Familie | Caprifoliaceae |
Categorie | heesters |
Hoogte | 50 cm |
Bloemkleur | wit |
Bladkleur | geel |
Standplaats | geen specifieke eisen |
Eigenschappen | vorstbestendig, wintergroen |
USDA klimaatzone | 8a (-12,2°C tot -9,4°C) |
De nederlandse naam is Chinese kamperfoelie, familie van de Caprifoliaceae. De bloemkleur is roomwit en de bloeitijd is van ca. mei. De bladeren zijn geel. De volwassen hoogte van deze kleine heester is ca. 50 cm. Verdraagt een temperatuur tot -10 gr. C. en blijft de gehele winter groen. Ook als bodembedekker te gebruiken. Is goed verkrijgbaar.
Met een grote sierwaarde, vooral bv. als accentplant in het openbaar groen en in de tuin vanwege de mooie vorm, de bloeiwijze of de bladkleur. Deze plant wenst een voedselrijke, vochthoudende tot vochtige bodem. Voor wat betreft de zuurgraad is ze vrij tolerant (pH = 5.5 - 8). Verlangt een plekje uit de volle zon. Dus bij voorkeur in gefilterd licht van andere planten. Een plekje in de halfschaduw wordt ook verdragen. Kan bij nachtvorst in april-mei schade oplopen. Deze plant is goed te combineren met 'rotstuin' planten.
Voor bloeiende heesters is het belangrijk om een N:K verhouding te hebben van 1,3 – 1,8 voor een goede knopontwikkeling. Bij houtige gewassen is tevens fosfor erg belangrijk gedurende het hele seizoen voor het stimuleren van de ademhaling van de plant (nodig voor het omzetten van de NPK in voor de plant benodigde eiwitten) en het afrijpen van het gewas (dat de houtcellen goed gevormd worden). Advies samenstelling: N5+P2+K4 tot maximaal N9+P6+K8
Grond vochtigheid:
vochthoudend
Grond voeding:
voedselrijk
Grond zuurgraad:
zwak zuur tot licht basisch
Te gebruiken zonder specifieke eisen aan hun standplaats.
Plant vorstbestendigheid:
-10°C
(Kamperfoelie) Kamperfoelie is een breed geslacht met klimplanten, bladhoudende heesters en bladverliezende heesters. De klimplanten hoeven niet gesnoeid te worden. We binden en leiden de scheuten zoveel mogelijk. Als dat niet kan, knippen we de scheut gewoon af. Te grote of verwaarloosde exemplaren kunnen we in het voorjaar eenvoudig snoeien op elke manier die we wensen. Ze lopen gewoon weer uit.
De bladhoudende heesters hebben ook geen snoei nodig maar kunnen desgewenst in vorm worden geschoren. In dat geval moeten we ze tweemaal per jaar knippen tussen mei en september. We kunnen in mei bij te grote planten ook wat oude takken verwijderen, al is dat vaak lastig in verband met het vormbehoud. Het inkorten van de scheuten op wisselende lengtes werkt dan beter.
De bladverliezende heesters hebben eveneens geen snoei nodig, maar te grote exemplaren laten zich prima uitdunnen en verjongen. Hierbij verwijderen we ongeveer een kwart van de oudste takken. We doen dat na de bloei en bij late bloeiers in het voorjaar.